Zee-ijs op de Noordpool
©Richard Bintanja

Arctisch zee-ijs neemt af, maar kent de afname een kantelpunt?

11 maart 2024

Rond deze tijd van het jaar is de ijsbedekking in het noordpoolgebied op z'n hoogst. Door de opwarming van de aarde neemt de zee-ijsbedekking steeds verder af, sneller in de zomer, dan in de winter. De meeste studies laten zien dat het Arctisch zee-ijs in ieder geval in de zomer geleidelijk afneemt naarmate de aarde verder opwarmt en uiteindelijk helemaal verdwijnt. Er lijkt geen sprake te zijn van een kantelpunt met een abrupte overgang naar een nieuwe evenwichtssituatie. De afname van het winterse ijsmaximum kan wel plots versnellen als de zee-ijsgrens verder naar het noorden verschuift. Het slinkende zee-ijs heeft een verreikende invloed op het arctische ecosysteem, oceaanstromingen en mogelijk ook op weerpatronen.

Zee-ijsbedekking neemt af in alle seizoenen 

Zee-ijs groeit in de winter en smelt in de zomer (afbeelding 1). Door de opwarming van de aarde neemt de zee-ijsbedekking in alle seizoenen af. Sneller in de zomer, dan in de winter. De laagste zee-ijsbedekking in de winter was in 2018. Toen lag er op het hoogste punt 14,5 miljoen vierkante kilometer aan ijs, dat is 350 keer de oppervlakte van Nederland. In de zomer had 2012 de laagste zee-ijsbedekking, 3,9 miljoen vierkante kilometer, ruim 90 keer Nederland (afbeelding 2). In de zomer wordt de afname in zee-ijsbedekking versterkt doordat ijs veel witter is dan water. 

Lijngrafiek van de zeeijsbedekking in miljoenen vierkante kilometers voor iedere dag in het jaar 2018, 2012 en 2024 tot en met 9 maart.
Afbeelding 1. Waargenomen zee-ijsoppervlakte op de Noordpool voor iedere dag van het jaar, in rood het jaar 2012 met de laagst gemeten zeeijsbedekking eind zomer en in het blauw 2018 met de laagste zeeijsbedekking eind winter in de periode 1979-2024. De grijze banden geven de variaties in zeeijsbedekking weer in de periode 1981-2010, 90 procent van de jaren valt binnen de bandbreedte. Bron: nsicd.org.
Lijngrafieken van de afname in zee-ijsbedekking in september (links) en februari (rechts) tussen 1979 en 2024. De afname is het grootst in de zomer.
Afbeelding 2. Zee-ijsbedekking in september (links) en februari (rechts) tussen 1979 en 2024. De afname in zee-ijsbedekking is het grootst eind zomer. Bron: nsidc.org.

Minder ijs geeft minder reflectie van zonlicht 

Zee-ijs reflecteert veel meer zonlicht dan het donkere oceaanoppervlak. Als het ijs smelt, wordt er dus veel meer zonlicht door het water geabsorbeerd, en zal het extra opwarmen. Het ijs werkt als een soort koelmechanisme voor de eigen omgeving. Het slinkende oppervlak aan zee-ijs versterkt de opwarming van het Noordpoolgebied; de opwarming gaat er maar liefst drie keer zo snel als het wereldgemiddelde.  

Minder ijs maakt dat de oceaan in de winter sneller afkoelt 

Als de reflecterende deksel van zee-ijs is verdwenen verandert er meer. Zo raakt het open water makkelijker zijn warmte kwijt aan de lucht.  Het gevolg is dat zee-ijs in de winter ook weer makkelijk gevormd wordt. Vandaar dat de zee-ijsbedekking in de winter minder snel afneemt dan in de zomer. Wel neemt de dikte van het zee-ijs in de winter af en neemt de hoeveelheid meerjarig ijs af.  

Zeeijs verandert geleidelijk en omkeerbaar  

Het verlies aan zee-ijs gaat geleidelijk. Ook is de afname omkeerbaar. Als het klimaat weer zou afkoelen, dan neemt het zee-ijs met een aantal jaren vertraging weer in omvang toe. Van een kantelpunt in de zomerse zee-ijsafname is dan ook geen sprake.

In de winter kan de afname plots sneller gaan 

In de winter kan er een versnelling van het ijsverlies plaats vinden. Dat ligt vooral aan de geografie van het noordpoolgebied: het is een oceaan omringd door land. Het zee-ijs in de winter strekt zich tot nu toe uit tot ruim voorbij de Arctische Oceaan, en omringt grote delen van Groenland en de Canadese noordoostkust (afbeelding 1).   

Als het winterse zee-ijs oppervlak kleiner wordt dan de Arctische Oceaan kan er plotseling veel meer ijs smelten. Dat zit zo. De watertemperatuur bepaalt de grens van het zee-ijs. Die grens schuift langzaam naar het Noorden op, maar daarmee neemt de hoeveelheid zee-ijs in de winter slechts mondjesmaat af, namelijk alleen in het uiterste noorden van de Atlantische Oceaan. Dat verandert zodra die kritieke grens de Arctische Oceaan zelf bereikt, want dan is er ineens veel meer ijs om weg te smelten. De verwachting is dat die kritieke grens deze eeuw nog niet bereikt wordt.  

Afname van zee-ijs beïnvloedt oceaanstroming 

Als zeewater bevriest, blijft het zout achter in het water. Hoe meer zee-ijs, hoe zouter het water dus zal zijn. Daardoor wordt het water zwaarder en kan het makkelijker afzinken. Dit is één van de drijvende krachten achter de oceaancirculatie. Deze “motor” wordt zwakker als er minder zee-ijs gevormd wordt, want dan zal het water minder zout en dus minder zwaar worden. Op die manier draagt het smelten van zee-ijs bij aan het afzwakken van de oceaancirculatie en brengt het de oceaancirculatie dichter bij het kantelpunt waarop de Golfstroom plots sterk verzwakt.  

KNMI-klimaatbericht door Bart Verheggen 

Dit is het vierde deel uit een serie klimaatberichten over kantelpunten in het klimaat. Eerder verschenen berichten over de Golfstroom, het Amazoneregenwoud en ijskappen op Groenland en Antarctica

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Minder bewolking was belangrijke factor in recordwarmte 2023

    In 2023 bereikte de wereldgemiddelde temperatuur een recordhoogte. Rekening houdend met alle beke...

    18 december 2024 - Klimaatbericht
  2. Zonnestraling in december vergeleken met juni

    December is de donkerste maand van het jaar, met de laagste zonnestand en de kortste dagen. De ho...

    13 december 2024 - Klimaatbericht
  3. Klimaatwetenschap in de rechtszaal

    Vandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...

    10 december 2024 - Klimaatbericht
  4. KNMI klimaatgedicht

    KNMI klimaatgedicht 2024

    05 december 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten